Bij zwangerschap

Het lichaam van de zwangere vrouw is druk bezig een nieuw leven in haar buik ruimte te geven. Dit resulteert in diverse compensaties in de buik, de rug, de schouders en de onderste ledematen.

Lage rugpijn is veel voorkomend bij zwangere vrouwen en zeer goed te behandelen met osteopathie

Tijdens de zwangerschap moet het lichaam van de vrouw zich enorm aanpassen aan de ontwikkeling en groei van haar baby in de baarmoeder. Door hormonale aanpassingen neemt de stabiliteit van de gewrichten af, waardoor er ruimte ontstaat voor de steeds groter wordende baarmoeder.

Gedurende de zwangerschap past de vorm van de wervelkolom zich aan. De curves worden vaak meer uitgesprokener en de holling onderin de rug versterkt zich. Evenals de ronding van de bovenrug, en de holling van de nek.

Als er hierdoor wervels gefixeerd raken, kan dit gepaard gaan met pijnklachten. Lage rugpijn is daarom veel voorkomend, tevens doordat de stabiliteit van het bekken en de lage rug door de hormonale veranderingen afneemt.

Het middenrif gaat omhoog en de schouders komen vaak wat meer naar voren. Dit kan kortademigheid veroorzaken, of pijnklachten rondom het borstbeen. Doordat de schouders wat meer naar voren komen, en de knik tussen de nek en bovenrug versterkt wordt, kunnen er nekpijn, schouderklachten, uitstralende pijn naar de arm of het carpaal tunnelsyndroom ontstaan.

Het looppatroon kan ook ‘typisch’ worden, naarmate de zwangerschap vordert. Het bekken wordt breder waardoor de voeten wat meer uit elkaar gaan staan en de heupen naar buiten draaien. Klachten ter hoogte van het schaambeen, de knieën, heupen of voeten zijn daarom niet ongebruikelijk.

Ook inwendig gebeurt er veel. Vaak voelen vrouwen door het groeien van de baarmoeder spanning optreden onderin de buik. Dit zijn de banden die de baarmoeder omgeven en verbinden aan het bekken, heiligbeen en lieskanaal.

Deze banden moeten langzaam meerekken met het groeien van de baarmoeder. Soms echter, is er al overmatige spanning aanwezig op één of meerdere banden. Dit kan een asymmetrische spanning geven op de rug en het bekken, én de baarmoeder.

Ook andere organen moeten plaatsmaken. Dit lukt alleen als ze goed kunnen bewegen in de buik. Oude littekens bijvoorbeeld kunnen weerstand bieden. De baby past zijn houding aan, naar wat het meest comfortabel ligt.

Soms resulteert dit in een houding die niet ideaal is voor de geboorte. Een osteopaat is niet opgeleid om een baby te draaien. Hij zal echter proberen andere problemen in de omgeving van de baarmoeder op te lossen, zodat het kindje meer ruimte krijgt zich te draaien.